Ga naar de inhoud
Terug naar overzicht

Naar inclusie en gendergelijkheid in Midden-Amerika

Gepubliceerd op 24-09-2020
Leestijd 5 minuten
  • Guatemala
  • Honduras
  • Verhalen

Onderstaand verhaal, van Jan-Albert Hootsen, is aangepast en vertaald uit de Vice versa Speciale editie over gender. De speciale editie vertelt de verhalen van een diverse groep vrouwen van over de hele wereld. Ondanks politieke, sociale en financiële druk blijven deze uitgesproken vrouwen zich onvermoeibaar inzetten voor een gelijke en inclusieve samenleving.

Midden-Amerika was slecht toegerust om de Corona-crisis het hoofd te bieden toen de regio - samen met de rest van de wereld - het openbare leven in maart van dit jaar moest stilleggen.

De regio kent de grootste armoede en het meeste geweld van het westelijk halfrond.

Zelfs voordat COVID-19 toesloeg, waren de economieën in deze landen al kwetsbaar, met trage groei en nauwelijks nieuwe banen. Met corruptie en politieke instabiliteit in de mix was de pandemie nog een geducht obstakel voor democratie en ontwikkeling.

[nimd_image][/nimd_image]

Zonder twijfel is dit een moeilijke tijd om politiek te bedrijven. Maar het is een uitdaging die Alba Estela Zepeda en Vicenta Jerónimo met overtuiging aangaan.

Alba Zepeda is loco-burgemeester van La Ceíba, een havenstad in het noorden van Honduras, terwijl Vicenta Jerónimo in januari voor het eerst zitting nam in het Congres van Guatemala.

Voor beide vrouwen was hun introductie in de politiek in een regio waar vrouwen nog steeds chronisch ondervertegenwoordigd zijn, verre van gemakkelijk.

Alba Estela Zepeda's verhaal

"La Ceíba wordt vaak 'de bruid van Honduras' genoemd," zegt Zepeda lachend en niet zonder trots. "We hebben hier veel mooie dingen: stranden, natuur, vriendelijke mensen. De stad is belangrijk voor Honduras en het toerisme."

La Ceíba heeft ongeveer 200.000 inwoners en is de hoofdstad van de provincie Atlántida, de op twee na grootste gemeente van het land. Ondanks de toeristische industrie heeft de stad voortdurend te kampen met armoede, een slechte infrastructuur en een gebrek aan vooruitzichten, vooral voor de jongere inwoners.

Het aantreden in La Ceíba was daarom een uitzonderlijk grote uitdaging voor Zepeda toen ze in 2018 werd gekozen tot locoburgemeester.

"Het begin was verre van gemakkelijk," herinnert ze zich. "Toen we begonnen had een groot deel van de stad geen elektriciteit. Er was geen geld - nauwelijks duizend dollar in de gemeentekas. We moesten dus min of meer vanaf nul beginnen."

[nimd_image caption="true"][/nimd_image]

Meer dan twee jaar later is ze trots op wat zij en burgemeester Jerry Sabio hebben bereikt. "We hebben het probleem met de elektriciteit in de eerste paar maanden grotendeels opgelost. Daarna zochten we naar oplossingen voor de financiële problemen", zegt ze. "We waren in staat om onze betalingsachterstanden met de sociale verzekeringsbank te vereffenen en de bevolking sociale zekerheid te bieden."

Het was Zepeda's eerste keer in het openbaar bestuur; haar achtergrond ligt in het onderwijs. Ze was niet meteen overtuigd toen Sabio haar vroeg om met hem mee te doen. "Ik wist niet echt wat openbaar bestuur inhield. Maar ik trok de stoute schoenen aan toen ik zag hoe slecht het ging met de lokale economie; hoe hard dingen moesten veranderen."

"Het was goed dat Sabio en ik allebei een achtergrond hebben in het werken met mensen," vervolgt ze. "Hij was arts. Ik werkte met jonge mensen. Dat schepte een band die me moed gaf om de uitdaging aan te gaan. "

Maar ze stelde wel één voorwaarde aan zichzelf: ze zou hoe dan ook een actieve rol spelen.

"In Honduras denken mensen dat loco-burgemeesters niet meer dan een ondersteunende rol hebben, maar ik was niet van plan om aan de kant te gaan zitten en te wachten tot mij werd verteld wat ik moest doen," zegt Zepeda. "Ik help Sabio actief. Ik werk veel in het bestuur en ben vaak het eerste contact om ervoor te zorgen dat sociale programma's de juiste bestemming bereiken."

La Ceíba heeft zulke programma's hard nodig. Armoede en dagelijkse strijd kunnen leiden tot een algemeen gevoel van hopeloosheid, vooral onder jongeren.

Soms reizen deze mensen naar de Verenigde Staten in de hoop daar werk en een beter leven te vinden. Het is een gevaarlijke reis, duizenden kilometers door Mexico. Vooral jongeren en meisjes zijn kwetsbaar. Ze worden vaak het slachtoffer van misbruik en mensenhandel.

"Veel mensen hebben het gevoel dat ze geen keuze hebben," verzucht Zepeda.

"Ze worden geconfronteerd met werkloosheid en een gebrek aan kansen, dus ze vertrekken zonder echt te weten wat ze kunnen verwachten. Daarom werken we samen met ambassades en organisaties zoals het Rode Kruis en UNICEF."

 

Vicenta Jerónimo's verhaal

In tegenstelling tot Zepeda was Vicenta Jerónimo al goed thuis in de politiek toen ze in januari aan haar eerste termijn als lid van het Guatemalteekse Congres begon. Ze was al jaren actief in sociale bewegingen en vocht voor de rechten van de Maya plattelandsbevolking.

Haar partij, de Beweging voor de Bevrijding van de Volkeren (MLP), eindigde vorig jaar als derde bij de presidentsverkiezingen. Het was een historische prestatie voor een land waar de inheemse bevolking al meer dan 500 jaar te kampen heeft met armoede, racisme en uitsluiting. Jerónimo was het enige MLP-lid dat een zetel in het Congres wist te bemachtigen.

[nimd_image caption="true"][/nimd_image]

"De eerste maanden waren soms moeilijk," zegt ze. "We wisten dat we zouden gaan deelnemen aan een parlement dat bol staat van de corruptie. Het Congres vertegenwoordigt het volk niet. Het vertegenwoordigt vooral de belangen van een kleine minderheid van de Guatemalteken, de zakelijke elite. Inheemse groepen vormen de meerderheid van de bevolking. Vanaf het begin hebben we besloten om geen allianties aan te gaan met de elite. Ik ben er zeker niet om hen te helpen tegen de belangen van mijn eigen kiezers in te gaan."

"Ik werkte in plattelandsgemeenschappen, met boeren, landlozen, dagloners en vrouwen", herinnert ze zich. "Soms betekende dat 20 dagen achter elkaar reizen."

Het was zwaar en potentieel gevaarlijk werk. Jerónimo kwam soms in conflict met machtige spelers, zoals grote internationale bedrijven die het land wilden exploiteren ten koste van de inheemse bevolking.

Vanaf de eerste dag merkte ze dat ze weinig vrienden had in de hoofdstad. Dit kwam deels door haar politieke achtergrond. De MLP vertegenwoordigt voornamelijk plattelandsgemeenschappen - de Mayabevolking, vrouwen en boeren. Door haar linkse ideologie staat ze op gespannen voet met de vele conservatieve partijen in het parlement.

Als vrouw en inheems persoon, voor wie Spaans een tweede taal is, worstelt Jerónimo ook met twee van de oudste en meest traditionele kwaden in de Guatemalteekse samenleving: seksisme en racisme.

"Racisme en machismo zijn hier nog springlevend," zegt Jerónimo. "Het is moeilijk voor mij om zelfs maar het woord te krijgen in een debat. In de regels van het Congres staat duidelijk dat iedereen spreektijd moet krijgen, maar vaak word ik gewoon gepasseerd."

Haar standpunten kunnen ook tot botsingen leiden: "Voor mij is het onacceptabel dat de politieke klasse, inclusief het Congres, zoveel privileges geniet, terwijl zestig procent van de Guatemalteken in armoede leeft", zegt ze fel.

"Toen ik begon, heb ik aangegeven dat ik geen extra onkostenvergoeding wilde. Parlementsleden krijgen een salaris, maar hun eten, levensverzekering, mobiele telefoons en andere apparaten zijn ook gedekt. Waarom? We hebben een salaris. Ik kan mijn kiezers niet in de ogen kijken en verdedigen dat ik betaald krijg voor maaltijden, terwijl 60-70% van de jonge kinderen in dit land aan ondervoeding lijdt."

Om al deze redenen is het moeilijk voor Jerónimo en de MLP om hun stempel te drukken op de nationale politiek. De regering voert een rechts beleid, geholpen door een overwegend conservatieve meerderheid in het parlement. De stem van Jerónimo en haar partij wordt vaak over het hoofd gezien.

Maar voor Jerónimo is haar stem laten horen een kwestie van principe en vertegenwoordiging. Beslissingen over de agenda van haar partij worden genomen tijdens bijeenkomsten in de Mayagemeenschappen. Het is deze stem die Jerónimo probeert te laten horen in het parlement.

"Het is belangrijk dat wat ik zeg en probeer te bereiken in het Parlement altijd gebaseerd is op de consensus van onze gemeenschappen," legt Jerónimo uit. "We hebben een programma opgesteld met veertien hoofdthema's en we willen wetten voorstellen op basis van deze overeenkomst."

De meeste thema's hebben te maken met armoede, ongelijkheid en mensenrechten. "We werken nu aan een voorstel om de openbare diensten die de afgelopen jaren zijn geprivatiseerd weer te nationaliseren", legt ze uit. "De problemen van Guatemala komen voort uit uitbuiting. Daar moet een einde aan komen."

Op weg naar gendergelijkheid?

Zowel Jerónimo als Zepeda beseffen dat hun werk een voorbeeld is in een land waar machismo nog steeds de norm is. Ze geloven allebei dat er nog een lange weg te gaan is voordat gelijkheid werkelijkheid wordt in Guatemala en Honduras.

"Het is een constante strijd voor ons, als vrouwen, om onze plaats te vinden in het openbaar bestuur in Honduras," zei Zepeda. "We zijn niet gelijk vertegenwoordigd in de politiek."

Maar Zepeda is optimistisch: "Er wordt veel vooruitgang geboekt, er zijn steeds meer vrouwelijke kandidaten. En er zijn nieuwe kieswetten over quota. Maar deze wetten moeten wel correct worden geïmplementeerd."

[nimd_image caption="true"][/nimd_image]

Vicenta Jerónimo stelt de strijd voor vrouwenrechten in Guatemala gelijk aan de strijd voor land en de rechten van de inheemse bevolking en de armen. "Het is een strijd tegen het kapitalisme, tegen de ideologie van uitbuiting die boeren, vrouwen en inheemse volken heeft onderdrukt en buitenspel heeft gezet," legt ze uit.

"Verandering moet vanuit de bevolking zelf komen, niet vanuit de politieke klasse. Daarom zullen we altijd blijven handelen op basis van wat onze achterban beslist."

Beide vrouwen richten zich niet op hun toekomstige politieke carrière. Zepeda heeft nog anderhalf jaar te gaan als locoburgemeester, terwijl Jerónimo nog drieënhalf jaar te gaan heeft als parlementslid.

"Ik wil vooral de huidige periode goed afsluiten," zegt Zepeda vastberaden.

"Tot nu toe hebben we het goed gedaan op zowel bestuurlijk als sociaal niveau. Ik merk dat de mensen in La Ceíba tevreden over ons zijn. Ik geloof niet dat het hebben van een politieke of bestuurlijke functie een doel op zich moet zijn. Het moet een roeping zijn, iets wat ik wil doen en wat overeenkomt met mijn waarden. "

Jerónimo zegt dat haar rol afhangt van haar aanhangers. "Als we het over mijn politieke toekomst hebben, hebben we het over de toekomst die de volkeren van Guatemala voor ogen hebben, die ik vertegenwoordig. Zij zullen bepalen of ik door kan gaan na deze vier jaar."