De dominantie van één partij: bedreiging of kans voor democratisering?

Deze blog is de derde in een reeks inzichten over Politieke paradoxenwaarin onze adviseur kennisontwikkeling, Jerome Scheltens, onderzoekt hoe we in ons werk omgaan met paradoxen, tegenstrijdigheden of contra-intuïtieve manifestaties in de politiek.
Onlangs zagen we het plotselinge einde van het bewind van Robert Mugabe in Zimbabwe. Plotseling, maar niet onverwacht. Nu de heerser de leeftijd van 94 jaar nadert, zou er vroeg of laat een politieke verandering plaatsvinden. Wat veel mensen nog steeds verbaasde, was hoe relatief vreedzaam het was.
Een belangrijke factor in deze vreedzame machtsoverdracht was natuurlijk de gedisciplineerde militaire interventie. Maar uiteindelijk kwam het ook neer op de rol van de ZANU-PF politieke partij achter de leider. De verijdelde poging van 'Oom Bob' om zijn vrouw zijn heerschappij te laten 'erven' kan nu worden beschouwd als een positief resultaat van het feit dat een georganiseerde partijstructuur ook deel uitmaakt van Mugabe's nalatenschap.
Natuurlijk is een politiek landschap dat gedomineerd wordt door één partij verre van ideaal. Deze politieke systemen worden vaak gezien als een uitdaging bij het verlenen van bijstand aan de democratie, omdat machtsconcentratie in de handen van één partij staatsgreep vergemakkelijkt. Het bemoeilijkt ook het meerpartijenconcept, waarbij meerdere partijen en een levendige oppositie het electoraat een duidelijk onderscheidend beleid zouden moeten bieden.
Toch lijkt een sterke partij te verkiezen boven een sterke president; regeren door georganiseerde en geïnstitutionaliseerde politieke structuren vergroot in ieder geval de kans op een vreedzame machtsoverdracht. Partijen die sterk genoeg zijn om de dominantie van de leider in evenwicht te brengen of te beperken, hebben voor veel stabiliteit gezorgd en de weg vrijgemaakt voor vreedzame machtsoverdrachten in landen als Mozambique en Tanzania.
Hoewel velen van ons de namen van de huidige presidenten van deze landen misschien niet eens kennen, zijn Frelimo en CCM bekende regeringspartijen. Gezien de huidige internationale focus op stabiliteit en het voorkomen van geweld, mag de rol van sterke partijen in het vergemakkelijken van de machtsoverdracht niet worden onderschat.
De dominantie van de uitvoerende macht, vooral in presidentiële systemen, is echter een veel moeilijkere uitdaging. Oeganda is een goed voorbeeld, en ik ben natuurlijk niet de eerste die nu naar het Oeganda van Museveni kijkt, na wat er in Zimbabwe is gebeurd.
De Nationale Verzetsbeweging (NRM) opereert als de dominante presidentiële partij in Oeganda, maar deze voormalige militaire machine is nog steeds niet volledig getransformeerd tot een professionele politieke structuur zoals Mugabe's ZANU-PF. Een van de redenen hiervoor is dat Museveni nooit veel op heeft gehad met politieke partijen in het algemeen, omdat hij het formele meerpartijenstelsel tijdens zijn bewind meerdere malen heeft tegengehouden en veranderd. Tot nu toe lijkt Museveni noch op een persoonlijke noch op een partijopvolging te hebben gezinspeeld. Het lijkt er dus op dat een minder geïnstitutionaliseerde partij die het vertrek van een leider in goede banen leidt, een vreedzame overgang moeilijker maakt.
De situatie in Oeganda staat dus ver af van het sterke partijstelsel in Mozambique en Tanzania en van de sterk gewortelde partijstructuur in Zimbabwe. Desalniettemin is het in al deze contexten belangrijk om alle bestaande partijen te ondersteunen en met hen samen te werken, om de dialoog tussen hen aan te moedigen en om mogelijkheden te vinden om kleinere partijen een stem te geven. Dit is wat wij bij NIMD verstaan onder een inclusieve dialoog met alle relevante partijen.